maandag 6 mei 2019

Walter Vanermen

Walter Vanermen

De stille kracht van G58

Het is weinig bekend maar de allereerste en wellicht belangrijkste voorzet tot de oprichting van de kunstenaarsgroep G58 werd door Walter Vanermen (1932-2002) gegeven.

Op 27 februari 1957 schreef hij aan schepen voor Schone Kunsten John Wilms een goed uitgewerkte brief: “Enkele jonge schilders o.a. Herman Denkens, Jef Verheyen, Comhair, Jef Kersting zoeken een mogelijkheid om voordelig te exposeren. /…/ Voor deze jongeren, die nog hun weg zoeken, is het moeilijk om in Antwerpen een gelegenheid te krijgen om tentoon te stellen.”

Hij krijgt positief advies. De kunstenaarsgroep krijgt de beschikking over het leegstaande Middelheimkasteel.

Vanermen toonde zijn belangrijkste werken tijdens de groepstentoonstellingen van G58,waarbij z’n “fraaie matière-effecten” de twee belangrijkste critici van het moment weten te bekoren.
Ivo Michiels, zoals bekend boezemvriend en promotor van Jef Verheyen, stelde in zijn recensie voor de openbare omroep: “het midden op het doek geplaatste vlak is ruw en korstig, de achtergrond eromheen spiegelglad en vol subtiele kleurspelingen.”
Marc Callewaert oppert met René Guiette nog een andere inspiratiebron. “Vooruitgang tegenover zijn vroeger werk maakt Vanermen waar hij fraaie matière-effecten bereikt, soms van een Guiette-achtige ruigheid”. Hij noemt de centrale vormen “massief en haast met sculpturale densiteit.
In 1960 wordt Vanermen verrassend laureaat van de prestigieuze Prix Jeune Peinture, een titel die hij deelt met collega G58’ers Paul Van Hoeydonck en Bert De Leeuw.
Een kleine serie nieuwe schilderijen die hij eind 1961 klaar had, zou hij nooit kunnen tonen.
Maurits Bilcke die deze ‘sponsschilderijen’ gelukkig  opmerkte, maakte er uitdrukkelijk  gewag van in het standaardwerk  ‘Abstracte Schilderkunst in Vlaanderen’, in 1963 uitgegeven door het Mercatorfonds onder supervisie van Seuphor.
“De laatste doeken van Vanermen zijn heel wat lyrischer en dynamischer geworden. Men zou kunnen zeggen dat hij met een enorme spons op het doek de wentelende gebaren maakt van de glazenwasser, na deze spons in een bruin vocht te hebben gedoopt. Wij zien in deze wentelende gebaren de fanatieke wil tot zelfkennis en tot kennis der matière en tevens de wens deze matière te dwingen naar hand en geest”.
Deze ‘sponsschilderijen’ worden nu voor het eerst getoond, samen met een reeks matière-schilderijen en tekeningen.
Frank Heirman

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage